Ido Keekstra  Laatste wil Ik wil doodgaan met mijn hand vol aarde. Draag mij stervend door mijn akkerland. Want ik wil mijn lichaam strekken, waar het laatste koolzaad, dat ik zaaide, brandt.   In dat leger heb ik niets te duchten van de dood, die boven 't leven wast. Want de hand, die eens het land bevruchtte, wordt geduldig in zijn laatst houvast.   Want mijn ooren, die het ruischen hoorden van zoo menig overrijpen oogst, luisteren naar klanken, diep als woorden, van de wind, die door het koolzaad loopt.   Als ik doodga, val ik in Gods akker. Doe wat aarde in mijn rechtervuist.   Als ik doodga, wordt een nieuw zaad wakker. Leg mij, waar het rijpe koolzaad ruischt.